Grondslag
De Noordelijke Rekenkamer heeft een wettelijke grondslag. De Provinciewet verplicht elke provincie tot het instellen van een rekenkamer of het organiseren van een rekenkamerfunctie. De provincies Drenthe, Fryslân en Groningen hebben er voor gekozen gezamenlijk een rekenkamer in te stellen. In een door de drie provincies opgestelde Gemeenschappelijke Regeling is de organisatievorm van de Noordelijke Rekenkamer vastgelegd. De Noordelijke Rekenkamer bestaat uit een College; Provinciale Staten van de drie provincies benoemen de leden hiervan, voor de duur van zes jaar. Het College van de rekenkamer krijgt ondersteuning van het eigen Bureau. Het College benoemt de secretaris-directeur daarvan; en deze stelt vervolgens de overige medewerkers (zoals onderzoekers) aan. Daarnaast is een Raad van Advies geïnstalleerd die bestaat uit drie leden van Provinciale Staten per provincie.
De provincies zijn verplicht om aan de rekenkamer middelen ter beschikking te stellen om haar werk te kunnen uitvoeren. Dit betekent dat de provincies de rekenkamer bekostigen. In de Gemeenschappelijke Regeling Noordelijke Rekenkamer is ook een aantal voorzieningen getroffen waardoor de Rekenkamer haar taken in een onafhankelijke positie kan uitoefenen. In 2022 hebben de provincies een geactualiseerde versie van de Gemeenschappelijke Regeling Noordelijke Rekenkamer vastgesteld. Die regeling is geconcretiseerd in het Reglement van Orde en het Directiestatuut.
De wettelijke taak van de rekenkamer is in de Provinciewet vastgelegd: de rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het provinciebestuur gevoerd beleid. Dit is nadrukkelijk niet de controle van de jaarrekening. In die zin 'rekent' de rekenkamer niet.